Beter levenslooptegoed spreiden
Gepubliceerd op: 7 december 2020
Hoeveel de totale belasting in je situatie verandert door de uitkering te spreiden, bereken je met deze rekenhulp. Houd verder ook rekening met het effect op eventuele toeslagen en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Voordeel voor ouders met jonge kinderen
Ouders met kinderen tot 12 jaar en een jaarinkomen van €5.000 tot €30.000 hebben veel belastingvoordeel als zij in 2020 vast een deel van hun levenslooptegoed opnemen. Tenminste, als zij recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Dat is een belastingvoordeel tot ruim €2.800 per jaar voor werkende ouders. Bij werkende stellen krijgt alleen degene met het laagste inkomen de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
De maximale korting wordt bereikt bij een jaarinkomen rond de €30.000. Het zou mooi zijn als je door een slimme verdeling van de levensloopuitkering in beide jaren het maximale bedrag kunt krijgen. Dat scheelt vaak honderden en soms zelfs duizenden euro’s.
Voorbeeld: Piet heeft een jaarinkomen van €20.000 en een levenslooptegoed van €20.000.
- Als Piet niets doet, krijgt hij het levenslooptegoed in 2021 op zijn rekening gestort. Hij krijgt dan in 2020 een inkomensafhankelijke combinatiekorting van €1.710. In 2021 is die €2.815. Dat is samen €4.525.
- Als Piet zowel in 2020 als in 2021 €10.000 levenslooptegoed laat uitkeren, ziet het plaatje er anders uit. Hij krijgt dan in 2020 een inkomensafhankelijke combinatiekorting van €2.855. In 2021 is die €2.815. Dat is samen €5.670.
Piet heeft dus een netto belastingvoordeel van €1.145 als hij in 2020 alvast €10.000 van het levenslooptegoed laat uitkeren.