Slachtoffers oneerlijke handelspraktijk moeten schadevergoeding kunnen eisen
Gepubliceerd op:3 december 2008
Uit onderzoek van de Consumentenautoriteit (CA), gepresenteerd op 3 december, blijkt dat ruim twee miljoen consumenten afgelopen jaar slachtoffer zijn geweest van minimaal één oneerlijke handelspraktijk zoals misleidende reclame of agressieve verkooptruc. Met de inwerkingtreding van de Wet Oneerlijke Handelspraktijken op 15 oktober 2008 kunnen deze overtredingen nu door de CA worden afgestraft.
Tijdens het seminar over de wet oneerlijke handelspraktijken op 3 december pleitte directeur Felix Cohen van de Consumentenbond voor het effectief optreden tegen oneerlijke handelspraktijken: “Het is belangrijk dat de Consumentenautoriteit actie onderneemt, met name ook vanwege het gevoel van onrecht dat consumenten wordt aangedaan, wanneer zij bijvoorbeeld misleid zijn. Daarnaast moet het voor consumenten mogelijk zijn hun schade te verhalen, want het stoppen van een praktijk voor de toekomst is iets anders dan genoegdoening voor gedupeerde consumenten”. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de consumenten wantrouwender wordt, 1/3 geeft aan anders te reageren op benaderingen van bedrijven door bijvoorbeeld eerst achtergrondinformatie over het bedrijf te zoeken. Met de resultaten van dit onderzoek kan de CA de nieuwe wet effectief gaan handhaven.
Recht krijgen
Met de campagne ‘Van recht hebben naar recht krijgen’ nam de Consumentenbond in 2003 het voortouw voor een wet tegen oneerlijke handelspraktijken. Op aandringen van de bond heeft de toezichthouder –de Consumentenautoriteit- de bevoegdheden gekregen bestuursrechtelijk op te treden en dus een bestuurlijke boete, of een last onder dwangsom op kan leggen. Dat oneerlijke handelspraktijken veel consumenten dwars zitten, blijkt wel uit een meldpunt van de Consumentenbond in 2007. In korte tijd ontving de bond 1500 reacties.