Verkoudheid
Gepubliceerd op:3 februari 2025

1. Hoesten en snotteren horen erbij
Feit. Een verkoudheidsvirus infecteert de slijmvliezen in neus en keel, die als reactie daarop slijm of snot produceren. Hiermee kan het virus worden weggevoerd. Het virus prikkelt de luchtwegen, waardoor je gaat niezen en hoesten. Dit vergroot de kans dat mensen in de buurt ook besmet raken.
De apotheek en drogist verkopen onder meer neussprays en hoestdrankjes. Heel effectief zijn die vaak niet en ze zorgen er ook niet voor dat de verkoudheid korter duurt. Wel kunnen ze de symptomen een beetje verlichten, zoals een verstopte neus, verstopte bijholten en soms hoofdpijn. Neusdruppels, een neusspray of een neusspoeling met fysiologisch zout (een oplossing van 0,9% natriumchloride) verdunnen het slijm, waardoor je beter door de neus kunt ademen. Als een zoutoplossing niet werkt, kun je gedurende een week, een slijmvliesslinker met xylometazoline gebruiken.
Om het virus echt op te ruimen is actie van je eigen afweercellen vereist. Die hebben alleen even tijd nodig om op volle sterkte te komen tegen het virus dat je belaagt. Daardoor duurt een verkoudheid meestal ongeveer een week.
2. Antibiotica helpen bij verkoudheid
Fabel. Verkoudheid ontstaat altijd door een virus. Antibiotica werken alleen bij bacteriën. Een antibioticum heeft dus geen zin als je alleen maar hoest en snottert. Je krijgt hier dan ook niet snel een antibioticakuur voorgeschreven bij een verkoudheid. ‘Baat het niet, dan schaadt het niet’ gaat voor antibiotica ook niet op. Onnodig gebruik ervan werkt het ontstaan van resistente bacteriën in de hand. Bovendien doden antibiotica ook nuttige bacteriën, waardoor je onder meer last kunt krijgen van diarree en schimmelinfecties.
3. Met een verkoudheid hoef je niet naar de huisarts
Feit. Er is weinig tegen te doen en gevaarlijk is een verkoudheid niet. Een doktersbezoek is dus niet nodig. Baren de klachten je om wat voor reden dan ook zorgen, dan is het verstandig om wel even naar je huisarts te gaan. Meestal zal je huisarts je gerust kunnen stellen, en dat is ook veel waard. Stress onderdrukt namelijk het afweersysteem, waardoor je lichaam het virus minder goed kan bestrijden.
4. Er is slechts één verkoudheidsvirus
Fabel. Er zijn honderden virussen die verkoudheid kunnen veroorzaken. Het bekendst is het rhinovirus. Van alleen al dit virus zijn zo’n 100 verschillende typen bekend. Na een verkoudheid ben je meestal immuun voor de boosdoener.
Maar virussen veranderen hun erfelijk materiaal steeds een beetje. Tegen zo’n nieuwe variant moet je dan opnieuw weerstand opbouwen. Daarom kun je je hele leven verkouden worden en is verkoudheid wereldwijd de meest voorkomende aandoening.
5. Door kou word je verkouden
Fabel. Kou maakt je niet verkouden, maar verkoudheid komt wel vaker voor in de herfst en de winter. Als het buiten kouder is, houden we de ramen vaker dicht en is er minder ventilatie. We zijn minder buiten en zitten dus vaker dicht bij elkaar in dezelfde ruimte. Ook is de lucht droger en blijven vochtdeeltjes die bij hoesten vrijkomen langer in de lucht hangen.
Al die factoren dragen eraan bij dat we in de herfst en winter vaker aan het snotteren slaan. Een dikke jas en een sjaal houden een besmetting met virussen niet tegen, maar warm gekleed gaan is wel belangrijk. Bij kou gebruikt het lichaam veel energie om warm te blijven. Met warme kleding houd je meer energie over voor een goede afweer.