icon-menu logo_footer preds symbol-afrader symbol-bestekoop symbol-besteuittest
Ga naar hoofdinhoud

Wat doen E-nummers?

E-nummers verwijzen naar hulpstoffen die aan een voedingsmiddel mogen worden toegevoegd. Deze hulpstoffen hebben allerlei functies. Ze zorgen bijvoorbeeld voor een mooiere kleur, betere smaak of langere houdbaarheid. Welke functies zijn er allemaal?
kajo mo

Kajo Mo     Expert Voeding & Gezondheid Bijgewerkt op: 11 juni 2021

E-nummers Snoepgoed

Wat is een E-nummer?

Een E-nummer garandeert dat een hulpstof goedgekeurd en veilig is voor gebruik in Europa. Toch hebben veel mensen er een angst of afkeer voor. Fabrikanten verbergen ze daarom graag door de uitgeschreven naam in de ingrediëntenlijst te vermelden. Je herkent een hulpstof aan de functie die ervoor staat. We leggen de belangrijkste functies uit.

Kleurstoffen

Kleurstoffen zorgen voor een specifieke kleur. Ze zorgen ervoor dat een product er beter uitziet. Denk bijvoorbeeld aan felgekleurde snoepjes. Maar ook jam, vruchtenyoghurt en margarine worden vaak gekleurd met kleurstoffen. Kleurstoffen hebben de E-nummers E100 tot E180.

Er zijn verschillende soorten kleurstoffen:

  • natuurlijk: uit planten, zoals de rode kleur van bieten.
  • natuur-identiek: worden chemisch gemaakt, maar zijn gelijk aan natuurlijke kleurstoffen.
  • synthetisch: komen niet in de natuur voor.

Azo-kleurstoffen

Uit een Engelse studie blijkt dat zogenaamde azo-kleurstoffen in combinatie met natriumbenzoaat (E211) leidt tot hyperactiviteit en concentratieproblemen bij kinderen. Maar de Europese voedselautoriteit EFSA heeft opnieuw beoordeeld dat azo-kleurstoffen veilig zijn.

Wel moeten fabrikanten bij het gebruiken van deze stoffen een waarschuwing op het etiket plaatsen: 'kan de activiteit of oplettendheid van kinderen nadelig beïnvloeden'.

Inmiddels kom je azo-kleurstoffen nauwelijks meer tegen in producten. Het gaat om deze kleurstoffen:

  • E102 Tartrazine
  • E104 Chinolinegeel
  • E110 Zonnegeel
  • E122 Carmoisine
  • E124 Ponceau 4R
  • E129 Allurarood

Conserveermiddelen

Conserveermiddelen zorgen ervoor dat een product langer houdbaar wordt. Ze gaan het bederf tegen die bacteriën, schimmels en gisten veroorzaken. Vaak kunnen best wat minder conserveermiddelen in ons eten worden gebruikt. Maar daardoor zijn ze wel korter houdbaar, zien ze er minder mooi uit of zijn ze duurder.

In totaal werken bijna 50 verschillende E-nummers als conserveermiddel: E200 tot E300. Sommige conserveermiddelen werken ook als voedingszuur, omdat ze het product zuurder maken. Veel gebruikte conserveermiddelen zijn benzoëzuur, nitriet en sulfiet.

Benzoëzuur

Benzoëzuur (E210) wordt onder andere aan salades en frisdranken toegevoegd. In de gebruikte hoeveelheden is dat veilig. Alleen in grote hoeveelheden en in combinatie met vitamine C kan benzoëzuur schadelijk zijn. Daarnaast is een klein deel van de mensen overgevoelig voor benzoëzuur.

Nitriet

Nitriet (E249 of E250) zit vaak in vleeswaren zoals ham en worst. Het voorkomt de groei van gevaarlijke bacteriën zoals clostridium botulinum en zorgt voor een roze vleeskleur. Maar in het lichaam kan het worden omgezet in mogelijk kankerverwekkende nitrosamines. Nitriet is moeilijk te vervangen en kan daarom niet zomaar worden weggelaten.

Sulfiet

Sulfiet (E220-E228) zit in wijn om de groei van gisten en schimmels tegen te gaan. Wijn maken zonder sulfiet gebeurt weinig, omdat het lastig en duurder is. Ook voorkomt sulfiet dat gedroogde abrikozen bruin kleuren. Sommige mensen zijn allergisch voor sulfiet. Ze kunnen er hartkloppingen, huiduitslag of maag- en darmklachten van krijgen.

Antioxidanten

Antioxidanten (E300 tot E321) beschermen voedingsmiddelen tegen aantasting door zuurstof. Denk aan een geschilde appel die bruin kleurt als je hem laat staan. Dit heet oxidatie. Oxidatie kan niet alleen de kleur, maar ook de smaak van producten veranderen.

Veelgebruikte antioxidanten zijn ascorbinezuur (E300) en tocoferolrijk extract (E306). Deze kennen we als vitamine C en vitamine E.

Voedingszuren

Voedingszuren (E325-E337, E350-E380) maken een product zuurder. Ze versterken de werking van antioxidanten en conserveermiddelen en gaan verkleuring tegen. Een veelgebruikte voedingszuur is citroenzuur (E330). Voedingszuren komen onder andere voor in vruchtensap, frisdrank, vruchten in blik, augurken en jam.

Emulgatoren

Emulgatoren (E430-436, E471-E495) zorgen ervoor dat stoffen goed met elkaar mengen, vooral water en olie. Sommige producten bevatten van nature emulgatoren, zoals melk, boter en sojabonen. Een bekende emulgator is eigeel, maar tegenwoordig wordt vooral (soja)lecithine gebruikt.

Stabilisatoren

Stabilisatoren zorgen dat de eigenschappen van voedingsmiddelen behouden blijven. Zo voorkomen ze onder andere dat vleeswaren uitdrogen, dat slagroom inzakt of dat er ijskristallen in ijs ontstaan.

Verdikkingsmiddelen

Verdikkingsmiddelen (E400-E418, E440-E441, E461-E466) maken producten dikker. Vaak gebeurt dit door water in het product te binden. Koolhydraten, bijvoorbeeld pectine (E440), worden veel gebruikt als verdikkingsmiddel. Verdikkingsmiddelen kom je onder andere tegen in toetjes, pudding, ijs, advocaat en halva-jam.

Geleermiddelen

Geleermiddelen hebben ongeveer dezelfde werking als verdikkingsmiddelen. Ze vormen een gel die voedingsmiddelen vorm geven. Geleermiddelen maken vruchtenproducten zoals jam en toetjes steviger.

Zoetstoffen

Zoetstoffen (E420, E421, E950-E968) zorgen voor een zoete smaak, waarmee ze suiker (deels) vervangen. In bepaalde combinaties smaken ze bijna hetzelfde als suiker.

Anders dan suiker leveren zoetstoffen bijna of helemaal geen calorieën. Daarom worden ze veel gebruikt in lightproducten, zoals aspartaam (E951) en stevia (E960) in frisdrank. In kauwgom zit vaak sorbitol (E420) of xylitol (E967), omdat zoetstoffen minder schadelijk zijn voor de tanden dan suiker.

Zoetstoffen zijn in te delen in 2 groepen:

  • Intensief: deze zijn veel zoeter, soms wel duizenden malen meer, dan suiker.
  • Extensief (polyolen): deze zijn minder dan of ongeveer even zoet als suiker.

Zuurteregelaars

Zuurteregelaars veranderen of regelen de zuurgraad van een product. De zuurgraad is belangrijk voor de smaak van een product en speelt een rol bij het voorkomen van bederf. Voedingszuren kunnen een product alleen zuurder maken, terwijl zuurteregelaars het ook minder zuur kunnen maken.

Zuurteregelaars komen vaak voor in vleeswaren, ijs en melkproducten met vruchtensap.

Antiklontermiddelen

Antiklontermiddelen absorberen water of werken waterafstotend. Op die manier zorgen ze dat bijvoorbeeld poederachtige producten niet samenklonteren. Denk aan kruidenmixen, sausmixen, soepmixen, zout en poedersuiker.

Rijsmiddelen

Rijsmiddelen laten deeg of beslag rijzen waardoor het de juiste vorm en structuur krijgt. Het heeft dezelfde functie als gist en wordt dan ook vaak als alternatief hiervoor gebruikt. Rijsmiddelen komen onder andere voor in zelfrijzend bakmeel, bakpoeder en cakemeel.

Smaakversterkers

Een smaakversterker (E620-650) versterkt de smaak van andere stoffen. Mononatriumglutamaat (E621) is een bekende smaakversterker waar veel verhalen over rondgaan. Het is ook wel bekend als Ve-tsin of MSG. Smaakversterkers worden vaak gebruikt in soepen, sauzen, kant-en-klaarmaaltijden, chips en anders snacks.

Glansmiddelen

Glansmiddelen geven een dunne, glanzende of beschermende laag aan producten. Het wordt gebruikt bij bijvoorbeeld kauwgom, snoep, rozijnen en fruit.

Antischuimmiddelen

Antischuimmiddelen zorgen ervoor dat een product tijdens het gebruiken of bereiden minder schuimt, zoals vruchtensappen en soepen.

Verpakkingsgassen

Verpakkingsgassen (E938-E949) worden gebruikt bij het verpakken van voedingsmiddelen om te zorgen dat ze langer goed blijven. Ze vervangen lucht, omdat zuurstof in lucht reageert met het product. Verpakkingsgassen werken dus als een soort antioxidant.

Als verpakkingsgassen zijn gebruikt, staat op het etiket: 'verpakt onder beschermde atmosfeer'.

Gemodificeerde zetmelen

Gemodificeerde zetmelen zijn chemisch bewerkte zetmelen. Op die manier krijgen ze de juiste eigenschappen. Het gaat hier niet om genetische modificatie. Ze kunnen worden gebruikt als verdikkingsmiddel, stabilisator, emulgator of bindmiddel. Je vindt gemodificeerde zetmelen veel in sauzen, soepen en margarine.

Schrijf je in voor onze gratis e-mails

Blijf op de hoogte van nieuws, acties en tips. Zo bespaar je geld, voorkom je een miskoop én weet je wat jouw rechten zijn als consument.
In onze privacyverklaring lees je hoe we omgaan met je persoonsgegevens en e-mails voor je personaliseren. Afmelden kan altijd.

Populaire artikelen

  • groente-snijden-keuken

    8 vragen over antioxidanten

    Antioxidanten zijn gezond. Ze beschermen je lichaam en onze voeding. Wat doen ze precies en waar zitten ze in?
  • Openingsbeelden-Healthwashing

    Claims op ongezonde producten

    Op allerlei ongezonde producten staan voedings- en gezondheidsclaims. Zoals ‘bron van vezels’ en ‘rijk aan vitamine C’. Maar koek en frisdrank zijn daarmee niet ineens gezond. Trap er niet in.
  • diverse-eiwitten

    Extra eiwit, extra gezond?

    Eiwitrijk eten lijkt een trend te zijn. Zo heb je eiwitrijke koekjes, mueslirepen en ontbijtgranen. Maar waar is eiwit eigenlijk goed voor? En heb je al die extra eiwitten wel nodig?    
  • E-nummers Snoepgoed

    Verborgen E-nummers

    E-nummers herkennen op verpakkingen van voedingsmiddelen is niet altijd even makkelijk. Fabrikanten proberen ze zo veel mogelijk van het etiket te poetsen.