Heb ik een gezond gewicht? (BMI meten)

Brigitte van der Bent , Expert Voeding & Gezondheid Bijgewerkt op: 3 september 2021

Hoe weet ik of ik overgewicht heb?
Er zijn verschillende manieren om te meten of je overgewicht of ondergewicht hebt. De Body Mass-index (BMI) en de tailletest zijn de meest gebruikte.
Body Mass Index (BMI)
De Body Mass Index (BMI) of de Quetelet Index (QI) zijn hetzelfde. Bij de BMI wordt gekeken naar de verhouding tussen je lengte en gewicht. De uitkomst geeft een schatting van de gezondheidsrisico's van je lichaamsgewicht. De BMI zegt niets over de plaats waar het vet zit. Gecombineerd met de tailletest krijg je meer inzicht in de verdeling van het vet.
BMI berekenen
Wil je weten of je overgewicht of ondergewicht hebt? Met de BMI-test van het Voedingscentrum kun je eenvoudig je BMI-berekenen.
Je kunt ook zelf je BMI berekenen. Deel je lichaamsgewicht door het kwadraat van je lichaamslengte (lengte keer lengte). Bijvoorbeeld: voor iemand van 1,70 meter en 65 kilo geldt: 65 / (1,7 x 1,7) = 22,5. De BMI van deze persoon is dus 22,5.
De uitkomst voor volwassenen van 19-69 jaar:
- Lager dan 18,5: ondergewicht
- Tussen 18,5 en 24,9: gezond gewicht
- Tussen 25 en 29,9: overgewicht
- 30 en hoger: ernstig overgewicht (obesitas)
Niet voor iedereen
70-plussers: De BMI-test is alleen geschikt voor volwassenen tussen de 19 en 69 jaar. Dat komt omdat boven de 70 jaar het risico op ziektes anders is. Er is dan eerder een risico op ondervoeding, namelijk al bij een BMI lager dan 22. Tot 69 jaar ligt die grens bij een BMI van 18,5.
Voor overgewicht geldt het tegenovergestelde: een BMI van 28 en hoger wordt pas als overgewicht gezien.
De uitkomst voor volwassenen boven 70 jaar:
- Lager dan 22: ondergewicht
- Tussen 22 en 28: gezond gewicht
- Tussen 28 en 30 overgewicht
- 30 en hoger: ernstig overgewicht
Kinderen: Voor kinderen gelden andere normen voor de BMI. De waarden veranderen met de leeftijd. En de BMI is meetbaar vanaf 2 jaar. Het Voedingscentrum heeft een BMI-checker voor kinderen.
Sporters: Voor mensen die intensief sporten geeft de BMI niet altijd een goede indicatie. Spieren zijn zwaarder dan vet, waardoor de BMI van sporters soms hoog uitkomt maar niks zegt over de gezondheidsrisico's.
Afkomst: Bepaalde bevolkingsgroepen hebben ook andere BMI-waardes omdat de lichaamssamenstelling anders is. Wie van Aziatische afkomst is, heeft bij een vergelijkbare BMI een hogere vetmassa dan wie van Westerse afkomst is.
Het risico op hart- en vaatziekten en diabetes type 2 is dan groter bij een lagere BMI. Een gezond gewicht ligt dan bij scores tussen de 18,5 en 23. Vanaf 23 tot 27,5 geldt als overgewicht.
Tailletest
De omvang van je taille kan ook een indicatie zijn van gezondheidsrisico's. Er is een groot verband tussen de middelomtrek en de hoeveelheid vet in de buikholte. Opgehoopt vet in de buikholte is een belangrijke oorzaak van ziekten die met overgewicht samenhangen, zoals hartinfarcten, beroerten en suikerziekte.
Zo meet je je taille
Meet de omtrek van je middel met een meetlint. Doe dit op het smalste gedeelte: tussen de onderste rib en de bovenkant van het heupbeen. De middelomtrek is vrijwel onafhankelijk van de lichaamslengte. De buikomvang is dus een onafhankelijke maat voor het vaststellen van overgewicht.
De uitkomst:
- 94 cm (mannen) of 80 cm (vrouwen) of minder: normale buikomvang
- tussen de 94 en 102 cm (mannen) of 80-88 cm (vrouwen): vergrote buikomvang
- 102 cm (mannen) of 88 cm (vrouwen) of meer: ernstig vergrote buikomvang
Appel- of peermodel
Uit de tailletest kan blijken dat je een verhoogd risico hebt, terwijl je volgens de BMI geen overgewicht hebt. Dat komt door de manier waarop je lichaam het vet opslaat.
Meestal zijn de uitkomsten van beide tests hetzelfde. Is dit niet het geval, dan weegt de tailletest het zwaarst mee. Vet in de buikholte (appelfiguur) brengt namelijk meer risico’s met zich mee dan vet op dijen en heupen (peerfiguur).
Heb je ondergewicht en wil je juist aankomen? Lees over gezond dikker worden.
Download: handig schema
Wanneer je je levensstijl gaat veranderen is het fijn de voortgang bij houden. Dat geeft inzicht en werkt bovendien motiverend.
Kijk daarbij niet alleen naar de harde cijfers, zoals gewicht en tallieomtrek. Maar ook hoe je je erbij voelt. Sta stil bij je succesmomenten, maar ook bij je baalmomenten. Houd je voortgang makkelijk bij in dit schema. Invullen kan digitaal, maar je kunt het voortgangsschema ook uitprinten.
Populaire artikelen
Het vastendieet en intermittent fasting
Periodiek vasten, of intermittent fasting, helpt je afvallen. De methode is simpel: je eet bepaalde periodes niet of minder.Afvallen met het ketogeen dieet
Bij het keto-dieet eet je bijna geen koolhydraten. Wel eet je veel vetten. Het idee is dat je lichaam vet als energiebron gaat gebruiken zodat je afvalt.Brainfood: eten voor gezonde hersenen
De juiste voeding helpt om je hersenen gezond te houden. Vooral het MIND-dieet is veelbelovend. Wat houdt dit dieet in? En waardoor werkt het zo goed?Sportvoeding voor duursporters
Duursporten zijn populair. Maar hoe zit het dan met je voeding? In hoeverre zijn sportreepjes en drankjes van meerwaarde?