Voedsel maken heeft een enorme impact op het milieu en klimaat. Daarom roepen de overheid en fabrikanten op om het voedselsysteem te verduurzamen. Want duurzame voeding moet voor iedereen toegankelijk zijn.

Aniek Aarsman Expert duurzaam etenBijgewerkt op:26 februari 2025
Eet vaker plantaardige producten en minder dierlijke. Dit is de meest belangrijkste tip. Minder vlees eten maakt namelijk veel verschil. Want als je vaker kiest voor plantaardige eiwitbronnen (zoals peulvruchten, noten, tofu en volkorenproducten) verminder je de ecologische voetafdruk van je voeding flink.
Elke soort vlees is anders en heeft een andere invloed op het milieu. Wil je niet volledig vegetarisch eten? Kies dan vaker kip. Kip heeft minder invloed op het milieu dan rund- en varkensvlees.
Melk, kaas en yoghurt hebben een relatief hoge milieu-impact. De impact van plantaardige alternatieven, zoals sojamelk, is meestal lager.
Jaarlijks gaat er veel voedsel in de vuilnisbak en dat is een enorme belasting voor het milieu. Doe bewust boodschappen, ga creatief om met restjes en let op de houdbaarheidsdatum.
Als je Nederlandse seizoensgroenten en seizoensfruit eet, is dat beter voor het milieu. Want voor het verbouwen en vervoeren is weinig energie nodig. Er komen dan minder broeikasgassen vrij. Groente of fruit die verbouwd zijn in een verwarmde kas of ingevlogen zijn uit het buitenland kosten meer energie. Lees meer over Nederlandse seizoensgroenten.
Keurmerken garanderen dat er bij voedsel verbouwen en maken rekening is gehouden met mileu en dierenwelzijn. Denk aan het EKO-keurmerk of het Beter Leven-keurmerk.
Kraanwater is het meest duurzame drankje dat je kunt drinken. Water uit de kraan drinken, in plaats van dranken uit flessen en pakken, is een eenvoudige manier om afval te verminderen. Bovendien is kraanwater in Nederland van uitstekende kwaliteit.
Bewerkt en voedsel uit pakjes of zakjes maken kost meestal meer energie en grondstoffen, dan onbewerkte of minimaal bewerkte producten, zoals verse groente en fruit, noten en volkoren granen. Een gezond eetpatroon, met weinig (ultra)bewerkte voeding is eigenlijk al aardig duurzaam.
Volgens de Universiteit van Wageningen gooien we in Nederland thuis jaarlijks gemiddeld zo'n 41 kilo voedsel in de vuilnisbak. Ook verspillen supermarkten, de horeca en andere instellingen veel voedsel. Samen telt dit op tot 152 kilo weggegooid voedsel per Nederlander. Zonde! Want de productie van dat voedsel heeft veel impact op milieu, mens en dier.
Bij duurzamer eten is ook dierenwelzijn belangrijk. Niet alle dieren die uiteindelijk op ons bord belanden zijn even goed behandeld. Zo kunnen ze te dicht op elkaar leven zonder de mogelijkheid om vrij te bewegen. Een beter dierenwelzijn betekent vaak een prettigere leefomgeving en minder pijn en leed voor dieren. Bij eten en drinken met een erkend keurmerk is het met het dierenwelzijn meestal beter geregeld, dan bij producten zonder een keurmerk.
Bij de productie van ons voedsel komen helaas nog veel mensonterende arbeidsomstandigheden voor. Denk aan slavernij, kinderarbeid, onderbetaling en extreem lange werkweken. Maar ook onveilige arbeidsomstandigheden, zoals blootstelling aan bestrijdingsmiddelen. Deze oneerlijke of ongezonde omstandigheden komen vooral voor bij voedingsmiddelen uit ontwikkelingslanden, zoals koffie, cacao en bananen. Er zijn keurmerken die garanderen dat het product ‘eerlijk’ gemaakt wordt.
Onze voeding heeft op verschillende manieren impact op het milieu:
Wij zorgen dat je duurzame keuzes kunt maken. Door producten te testen op duurzaamheid. Door actie te voeren. En door samen zonnepanelen en warmtepompen in te kopen.
