icon-menu logo_footer preds symbol-afrader symbol-bestekoop symbol-besteuittest

Grote prijsverschillen laadpalen, zelfs in dezelfde straat

Nieuws
|
Binnen steden en zelfs in dezelfde straat kunnen tarieven van openbare laadpalen enorm verschillen. Dit blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond. De Consumentenbond pleit voor meer transparantie, zodat consumenten de laadprijzen kunnen vergelijken en weten waar ze aan toe zijn.
babs van der staak

Babs van der Staak   WoordvoerderGepubliceerd op:28 augustus 2023

Grote prijsverschillen laadpalen

De Consumentenbond peilde de laadtarieven in alle Nederlandse steden. In Amsterdam verschilt het tarief binnen sommige straten €0,09 per kWh, in Maastricht €0,17 en in Hoofddorp zelfs €0,28, op een stukje van 200 meter. Dat scheelt €14 op een laadsessie van 50 kWh. Ook tussen steden lopen de tarieven enorm uiteen. In goedkope steden zoals Amsterdam, Den Haag en Nijmegen is het openbare laadtarief gemiddeld €0,33 per kWh. In dure steden zoals Almere en Haarlem betalen consumenten gemiddeld €0,61. 

Tarieven niet altijd zichtbaar

Exploitanten van laadpalen zijn wettelijk verplicht om transparant te zijn over hun prijzen, via een sticker of een QR-code op de laadpaal. Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Wij checkten tientallen palen, maar QR-codes blijken lang niet altijd te werken. Je komt niet uit bij de tarieven, of je moet je eerst registreren. Dat is omslachtig. Wij vinden dat het laadtarief per kWh direct zichtbaar moet zijn op de laadpaal. Op een sticker of een display.’

Wirwar aan laadpassen

Consumenten kunnen als alternatief voor dure openbare laadtarieven kiezen voor een laadpas met een lager vast tarief. Maar dat vraagt veel uitzoekwerk. Er zijn honderden laadpassen met elk een eigen kostenstructuur en voorwaarden. Molenaar: ‘Dat maakt het lastig voor consumenten om tarieven te vergelijken en te kijken wat voor hen de beste optie is.’ 

Scherper aanbesteden

In tientallen steden is maar één aanbieder actief. Molenaar: ‘Wij roepen gemeentes op scherp aan te besteden en bij voorkeur meerdere aanbieders toe te laten die kunnen concurreren. En als er maar één aanbieder is, zou de gemeente in ieder geval het prijsniveau moeten bewaken.’