Bescherming tot opgeteld €100.000
De zaak was voorgelegd door een spaarder met opgeteld €168.000, verspreid over diverse
deposito’s bij Nationale-Nederlanden Bank en Ohra Bank. Ohra was onderdeel van Delta Lloyd, dat per 1 januari 2018 is overgenomen door Nationale-Nederlanden. Hierdoor vallen spaartegoeden bij deze banken opgeteld nog ‘slechts’ tot €100.000 onder de bescherming van het
depositogarantiestelsel.
Zonder boete beëindigen
N-N gaf spaarders met meer dan een ton op deposito’s de gelegenheid om deposito’s tot 1 april 2018 zonder voorwaarden of boete vroegtijdig te beëindigen. De gedupeerde spaarder berekende echter dat hij hierdoor €7559 aan rente zou mislopen en eiste compensatie. Immers, sinds hij zijn deposito’s afsloot is de spaarrente fors gedaald.
N-N weigerde de betreffende spaarders toch schadeloos te stellen, in tegenstelling tot
de Volksbank een jaar eerder.
N-N voldeed aan plicht
De Geschillencommissie van het Kifid geeft de Nationale-Nederlanden Bank daarin nu dus gelijk. ‘De bank heeft aan haar verplichtingen volgend uit de Wet financieel toezicht voldaan. Voor de bank bestaat geen wettelijke verplichting om (…) een eventueel verlies aan rente-inkomsten te vergoeden. Een dergelijke verplichting is ook niet Europees geregeld’, aldus de uitspraak op 13 september 2018.
Kans op faillissement te klein
De Commissie wijst er verder op dat de spaarder binnen de gestelde periode geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om een deposito zonder boete op te nemen. Hij zal hierdoor financiële schade lijden, als N-N Bank vóór 12 januari 2022 failliet gaat. Maar volgens het Kifid is dat onwaarschijnlijk. ‘De Commissie acht de kans eenvoudigweg te klein en van schade is dan ook geen sprake.’
Bron: Consumentenbond/Kifid
Zie verder: