
Karen Reijneveld Expert luchtreinigersGepubliceerd op:18 december 2025
UV-C-licht kan vooral nut hebben in het apparaat zelf. Niet voor virussen: die gaan vanzelf dood in een luchtreiniger, daar is geen UV-C-licht voor nodig. Maar als er vocht in het filter of de behuizing blijft hangen, kunnen er bacteriën gaan groeien. Als het UV-C-licht deze plekken direct en lang genoeg bereikt, kan het helpen om bacteriegroei te remmen.
Een luchtreiniger maakt de lucht schoon met een HEPA-filter. Het filter is het belangrijkst voor een goede werking van een luchtreiniger. Dat vangt deeltjes - zoals stof en pollen - en daarmee vaak ook bacteriën en virussen.
Wat in het filter zit, zweeft dus niet meer door de kamer. In het apparaat worden bacteriën en virussen blootgesteld aan het UV-licht. Maar dit is maar heel kort. Wat er toch nog doorheen glipt, is te kort blootgesteld aan het UV-licht om echt onschadelijk te worden. Het effect op de lucht in de ruimte is daarom meestal klein.
UV-C-licht kan hooguit iets toevoegen binnenin het apparaat, als onderdelen vochtig blijven en bacteriën daardoor makkelijker groeien.
UV-C-licht heeft geen invloed op de luchtvochtigheid. UV-C-licht maakt ook de lucht niet droger. Het is dus geen alternatief voor ventilatie of ontvochtiging. Ventileren en een goed filter blijven dus het belangrijkst.
UV-C-licht is een vorm van onzichtbare, ultraviolette straling. Deze straling kan micro-organismen beschadigen, waardoor ze zich niet meer kunnen vermenigvuldigen. Om effectief te zijn is een voldoende hoge dosis nodig. Dat betekent: het licht moet sterk genoeg zijn én lang genoeg inwerken. In ventilatiesystemen van gebouwen kan dit goed werken.
UV-C-licht is schadelijk voor huid en ogen. Daarom zit zo'n lamp volledig afgeschermd in het apparaat. Het risico op ozonvorming door UV-C-licht is bij losstaande luchtreinigers beperkt. Ozon kan irritatie aan de luchtwegen geven en is ongewenst in huis. Een ECARF-label garandeert dat ozonvorming onder een veilige grens blijft.