
Irene la Faille Expert wasmachinesBijgewerkt op:29 april 2025
Als de wasmachine stinkt en de was muf ruikt na het wassen dan is ‘vetluis’ de boosdoener. Vetluis of wasluis is een micro-organisme dat groeit op restjes vuil en wasmiddel. Doordat we minder heet en met minder water wassen, krijgt vetluis meer kans. Vetluis kan bruine of zwarte vlekken op het wasgoed maken. Of de boel flink laten stinken.
Met onderstaande tips houd je je wasmachine fris en schoon. Of kun je eventuele vieze lucht of muffe geur uit een wasmachine krijgen.
Draai minstens 1 of 2 keer per maand een was op 60°C. Zo beperk je de bacteriegroei. Kies niet voor het 60°C ecoprogramma of het nieuwe eco 40-60 programma. Deze programma's wassen niet lang genoeg op hoge temperatuur.
Stinkt de wasmachine erg? Draai dan een wasprogramma op 90°C / kookwas. Sommige wasmachines hebben een speciaal trommelreinigingsprogramma of hygiëneprogramma. Dat kun je hier ook goed voor gebruiken.
Gebruik een beetje waspoeder voor witte was om micro-organismen tegen te gaan. Dit bevat zuurstofbleekmiddel. Doe hierbij wat (oud) wasgoed in de trommel. Dat veegt de trommel schoon. Draai het programma op 90°C meerdere keren als de was nog steeds stinkend uit de machine komt.
Kies voor de optie extra spoelen. De wasmachine gebruikt dan aan het einde van de wasbeurt meer water om vuil en wasmiddel weg te spoelen.
Te veel wasmiddel zorgt voor vetluis. Te weinig wasmiddel maakt de was niet goed schoon. Let dus op de juiste dosering van het wasmiddel. Kijk op de verpakking voor een goed advies. Lees meer over wasmiddel doseren.
Als je de deur na de wasbeurt open laat, droogt de trommel goed. Zo ontstaan er minder muffige plekken.
Zet het doseerbakje open zodat het ook kan drogen. Resten wasmiddel of wasverzachter kunnen stinken. Maak de lade en de ruimte eromheen regelmatig schoon. Dit geldt ook als je een doseerbolletje of automatische dosering gebruikt. Dan spoelt er alsnog wasmiddel door de wasmiddellade.
Het rubber rondom de ingang van de trommel (ook wel het manchet genoemd) is een plek waar vuil ophoopt. Maak daarom regelmatig het manchet van binnen en buiten rondom schoon. Bijvoorbeeld met een vochtige doek. Neem dan ook gelijk de deur en het deurscharnier mee.
Viezigheid kan ophopen in het filter van de wasmachine. Check regelmatig of er iets in het filter zit en maak het schoon.
Kalkaanslag ontstaat doordat hitte, water en kalkdeeltjes bij elkaar komen. Bij een wasmachine is dat op het verwarmingselement. Door een verkalkt verwarmingselement duurt het opwarmen van water langer. Dit kost meer energie. Kalkaanslag ontstaat op plaatsen met hard kraanwater. Gelukkig is het water op veel plekken in Nederland niet erg hard. Bekijk de waterhardheid in je woonplaats.
In wasmiddel zitten ingrediënten tegen kalk. Bij hard kraanwater heb je meer wasmiddel nodig. Kijk voor de juiste hoeveelheid wasmiddel op de verpakking. Het doseeradvies verschilt per waterhardheid. Zo heb je laag (tot 8,4°dH), gemiddeld (tot 14°dH) en hoog. Lees meer over wasmiddel doseren.
Kalkaanslag ontstaat door verhitting. Was daarom vaker op lage temperaturen (30°C en 40°C) dan op hoge temperaturen (60°C en 90°C).
Antikalkmiddelen, zoals Calgon, zijn niet nodig als je bovenstaande tips volgt. Of als je geen hard water hebt. Kosten voor het wekelijks gebruiken van antikalkmiddel lopen aardig op.
Ontkalkingsmiddel is handig als je wel erg hard water hebt en met een waspoeder wast. Je kunt je wasmachine ontkalken met schoonmaakazijn, soda of een vaatwastablet. Wasmachinefabrikanten raden speciale ontkalkingsmiddelen voor wasmachines aan. Volgens hen tasten azijn, soda of een vaatwastablet wasmachineonderdelen aan, zoals de rubbers.
Gebruik ontkalkingsmiddelen hooguit 1 keer per maand. Volg het doseeradvies voor zacht water. Voeg het alleen toe wanneer je op 60°C of hoger wast.
Controleer je wasmachine om verstopping of beschadiging te voorkomen.
Controleer en reinig elk half jaar het zeefje in de watertoevoer. Dit zeefje zit bij de aansluiting van de waterslang op de kraan. Draai de kraan dicht als je de waterslang losmaakt. Bij de aansluiting op de wasmachine kan een tweede zeefje zitten. In de gebruiksaanwijzing van de wasmachine staan instructies voor het schoonmaken van het zeefje. Vergeet het zeefje niet weer terug te zetten.
Controleer en reinig af en toe het pluizenfilter van de afvoerpomp. In de gebruiksaanwijzing van de wasmachine staat hoe je de pomp en het pluizenfilter schoonmaakt.
Zorg dat er geen losse voorwerpen zoals munten in de was zitten. Deze kunnen in de pomp van de wasmachine belanden. Of ze beschadigen het rubber en de trommel.
Lees meer over wasmachineproblemen en oplossingen.
Verwijder roestvlekken in de trommel met een speciaal middel voor roestvrij staal (rvs) zonder chloor. Gebruik altijd een zachte spons of doek. Een staalborstel beschadigt de trommel. Draai na het schoonmaken een kort programma om de machine te reinigen.
Verwijder het water uit de afvoerslang en afvoerpomp als de temperatuur daalt tot onder het vriespunt in de ruimte waar de wasmachine staat. Zo voorkom je schade door vorst. Zet de machine pas weer aan als de temperatuur hoger is dan 0°C.
Gaat je wasmachine ondanks al je inspanningen toch kapot? Bekijk of je het probleem met de wasmachine zelf kunt oplossen. Of lees meer over het repareren, vervangen of afdanken van een wasmachine.