
Fauve Panis Expert zorgverzekeringenBijgewerkt op:17 september 2025
De Zorgverzekeringswet (Zvw) is de wet die de zorgverzekering regelt. Die vormt het Nederlandse zorgstelsel samen met de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet. In de Zvw staan verschillende regels rondom de Nederlandse zorgverzekering.
Met de zorgverzekering wordt hier alleen de basisverzekering bedoeld. Niet de aanvullende zorgverzekering.
Enkele belangrijke onderdelen van de Zorgverzekeringswet zijn bijvoorbeeld:
De Zorgverzekeringswet (Zvw) bepaalt dat iedereen die verzekerd is voor de Wet langdurige zorg (Wlz) verplicht een Nederlandse zorgverzekering moet hebben. In de praktijk betekent dat dus een verzekeringsplicht voor:
De aanvullende zorgverzekering valt niet onder de Zvw en is dus niet verplicht.
Zorgverzekeraars zijn op hun beurt weer verplicht om mensen te accepteren voor de zorgverzekering. Ook hier gaat het alleen om de basisverzekering. Voor een aanvullende verzekering geldt geen acceptatieplicht vanuit de verzekeraar.
De Zvw regelt bijvoorbeeld dat de verzekeringnemer de zorgverzekering uiterlijk 31 december op kan zeggen. Dat geldt dan met ingang van 1 januari het volgende kalenderjaar.
De inhoud van het basispakket is wettelijk geregeld. De rijksoverheid laat zich voor de inhoud van het basispakket adviseren door het Zorginstituut Nederland.
In het Besluit zorgverzekering (Bzv) staan de zorgvormen die in de basisverzekering zitten.
De Zvw stelt dat de verzekeringnemer premie moet betalen voor de zorgverzekering. Voor kinderen geldt een uitzondering. Tot de maand die volgt op de 18e verjaardag van een persoon, hoeft geen premie te worden betaald.
In de Zvw staat de werking en de hoogte van het verplichte eigen risico vermeld. Verder staat erin dat verzekeraars een vrijwillig eigen risico mogen aanbieden van €100, €200, €300, €400 of €500 per kalenderjaar. Dit in ruil voor premiekorting.
De Zvw-zorg wordt betaald via verschillende financieringsstromen:
De zorguitgaven van verzekeraars bestaan uit de kosten die hun verzekerden hebben gemaakt voor zorg uit het basispakket. Om deze zorguitgaven te betalen, ontvangen zorgverzekeraars van hun verzekerden inkomsten. Dit is in de vorm van het eigen risico en de nominale premie voor de zorgverzekering.
Vanuit het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) ontvangen zorgverzekeraars een vereveningsbijdrage. Dat is een financiële compensatie voor verzekeraars die meer verzekerden hebben met hoge zorgkosten.
Het Zorgverzekeringsfonds ontvangt op zijn beurt een rijksbijdrage kinderen vanuit de overheid.
Verder ontvangt het Zorgverzekeringsfonds inkomsten via de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB). De inkomensafhankelijke bijdrage is een bedrag dat iedereen die inkomen ontvangt moet betalen voor de Zorgverzekeringswet.
Je betaalt een bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) over je inkomen als je in Nederland woont of werkt. En je hebt een basisverzekering.
Ben je in loondienst, dan betaalt je werkgever direct aan de Belastingdienst. In 2025 is dat 6,51% van je loon tot maximaal € 75.864 (2026: 6,10% van maximaal €79.412). Ontvang je een uitkering, pensioen of ben je zzp’er? Dan betaal je zelf een bijdrage. Deze wordt ingehouden op je loon of uitkering of via de belastingaanslag. Dat is in 2025 5,26% (2026: 4,85%) van je inkomen tot hetzelfde maximum.
De overheid ontvangt belastingen via burgers en werkgevers. Burgers met lage inkomens ontvangen op hun beurt zorgtoeslag van de overheid ter compensatie voor de zorgpremie.
Tot slot ontvangen zorgverleners (naast de betalingen voor zorgkosten door verzekeraars) van het Zorgverzekeringsfonds nog een beschikbaarheidsbijdrage. DIt is een bijdrage voor kosten die niet bij verzekerden in rekening kunnen worden gebracht.
Bronnen: Zorginstituut, Rijksoverheid, Besluit zorgverzekering, Zorgverzekeringswet