icon-menu logo_footer preds symbol-afrader symbol-bestekoop symbol-besteuittest

Groene stroom: 5 misverstanden

Kies je voor groene stroom, dan draag je bij aan een beter milieu. Dat klinkt logisch, maar in de praktijk is het niet zo simpel. Hoe zit het nou precies met groene stroom?
Erik Snitselaar-280x280px

Erik Snitselaar   Expert energieBijgewerkt op:29 april 2025

DeBeste_duurzaamheid

1. Groene stroom is nep

Als je groene stroom afneemt, krijg je dezelfde stroom uit het stopcontact als je buren die ‘gewone’ stroom hebben. Er is maar 1 stroomnet en hier gaat alle stroom doorheen. Elektriciteit die van bijvoorbeeld een windmolen komt, gaat niet via een aparte kabel naar degene die dat windcontract heeft.

GVO: Garantie van oorsprong

Toch gebruik je wel echt groene stroom als je die afneemt. Elk kilowattuur (kWh) aan elektriciteit kun je namelijk achterhalen. Een certificeringsorganisatie geeft voor elke eenheid duurzaam opgewekte stroom een certificaat uit: een Garantie van Oorsprong (GvO). In Nederland doet Verticer (voorheen Certiq) dit. 

Net zoveel GvO's als elektriciteit

De eigenaar van de windmolen krijgt van Verticer net zo veel GvO’s als die windmolen aan elektriciteit produceert. Elke GvO staat voor 1 MWh (megawattuur) aan stroom, dat is 1000 kWh. Dus als een windmolen in 1 jaar 4500 MWh aan stroom produceert, levert dat 4500 Garanties van Oorsprong op.

Een energieleverancier koopt de stroom en de GvO's. Bij elke 1000 kWh aan stroom die de leverancier verkoopt, wordt er 1 GvO 'afgeboekt'. Bij gemiddeld stroomverbruik zijn dat 3 GvO’s per huishouden per jaar.

Toezicht

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op het GvO-systeem. Zo wordt groene elektriciteit niet dubbel verkocht en is groene stroom dus écht groen.

2. Groene stroom is groen, dus goed voor het milieu

Dat is niet altijd waar. Er zijn flinke verschillen in milieuvriendelijkheid van verschillende soorten groene stroom. Elektriciteit is groen als die komt uit energiebronnen die:

  • Niet bijdragen aan klimaatverandering.
  • Schoon zijn, dus geen luchtvervuiling veroorzaken.
  • Niet uitgeput raken.
  • Bij de winning het landschap en de leefomgeving niet aantasten.

De Consumentenbond gebruikt de volgende uitgangspunten:

3. Groene stroom: leverancier of contract maakt niet uit

Het maakt zeker uit bij wie je groene stroom koopt, en welk contract je neemt. De ene leverancier produceert zijn stroom 'groener' dan de andere. Koopt zijn stroom 'groener' in, of investeert meer toekomstige groene productie.

Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor groene stroom uit een Noorse waterkrachtcentrale. Die elektriciteit is dan wel ‘groen’, maar helpt niet mee aan een schonere energieopwekking. Die centrales staan er namelijk al 50 jaar. Noorwegen heeft genoeg groene productiecapaciteit (en dus Garanties van Oorsprong) door alle stuwmeren. Energiebedrijven krijgen zo geen impuls om te investeren in nieuwe, schone energiebronnen.

Dat is anders bij een contract kiest voor stroom uit bijvoorbeeld windmolens of zonnepanelen. Als genoeg klanten windmolenstroom willen, móeten ze wel worden bijgebouwd.

Of de stroom groen is hangt ook af van het beleid van het bedrijf. Nog steeds zijn er bijvoorbeeld energiebedrijven die nieuwe kolencentrales bouwen. Terwijl kolen heel vervuilend zijn. Die nieuwe kolencentrale staat er weer voor een jaar of 40. Dus je stroom is niet zo groen als je die afneemt van een energieleverancier die Garanties van Oorsprong heeft voor inkoop van windenergie maar óók kolencentrales bouwt. 

4. Windmolens zijn zinloos want fossiele centrales springen bij 

De stroom die door windmolens en zonnepanelen wordt opgewekt hangt af van de hoeveelheid wind of zon. Gascentrales springen bij als het niet waait of de zon niet schijnt. Maar er wordt gewerkt aan toekomstige duurzame voorzieningen, zoals:

5. Meer zonne- en windenergie leidt tot hogere stroomprijzen

Vooral de fossiele stroomvoorziening wordt steeds duurder. De kosten van klimaatverandering worden geleidelijk verwerkt in de prijs. En makkelijk winbaar aardgas raakt op.

Bovendien komen fossiele brandstoffen voor een groot deel uit het buitenland. De prijs ervan hangt erg af van internationale ontwikkelingen. Zo stegen tijdens de energiecrisis de marktprijzen van vooral aardgas enorm. 

Investeren in groene stroom is nodig

Wind raakt niet op en is gratis. Maar er moet wel geïnvesteerd worden in de molens. Er is veel meer productie van groene stroom nodig. Onder andere voor elektrisch rijden en noodzakelijke sluiting van fossiele centrales. Daarom wordt de bouw voor een deel gesubsidieerd. Maar de kosten van bijvoorbeeld windenergie op zee dalen snel. Soms is er al geen subsidie meer nodig. 

De kosten van klimaatverandering en (gezondheids)schade door milieuvervuiling zijn nog niet goed verwerkt in de stroomprijs. Gebeurt dat wel, dan is duurzame energie veel goedkoper.

De prijs wordt bepaald op groothandelsbeurzen

De kosten van fossiele stroom stijgen en de kosten van duurzame energie dalen. Maar de kostprijs is wat anders dan de prijs van stroom op de groothandelsbeurzen. Die beursprijzen worden nog steeds bepaald door de marges van gas- en kolencentrales. Daardoor betaal je als klant van een energieleverancier ongeveer hetzelfde voor groene stroom als voor grijze stroom.

Iets duurder zonder 'vergroening' uit het buitenland

Groene stroom kan iets duurder zijn als de leverancier de stroom niet 'vergroent' met goedkope Garanties van Oorsprong uit het buitenland. Die garanties zijn zo goedkoop omdat er in veel landen wel veel groene stroomproductie is, maar weinig vraag naar ceritficaten. 

Blijf op de hoogte

Ontvang nieuws, acties en tips in je mailbox. Zo bespaar je geld, voorkom je een miskoop en weet je wat je rechten zijn. Al 500.000 lezers gingen je voor.
In onze privacyverklaring lees je hoe we omgaan met je persoonsgegevens en e-mails voor je personaliseren.