Zonnepanelen installeren: waar let je op?

Peter van der Wilt , Expert Energie Bijgewerkt op: 16 juni 2022

Zonnepanelen plaatsen
Zonnepanelen op het zuiden brengen het meeste op. Maar soms kun je beter een andere kant van het dak kiezen om de maximale opbrengst uit je dak te halen. Deze punten kunnen invloed hebben op het legplan:
- Als meerdere dakvlakken geschikt zijn, dan kun je meer panelen kwijt aan meerdere kanten van het dak. In dat geval heb je vaak ook meerdere omvormers of meerdere 'strings' per omvormer nodig.
- Obstakels zoals de schoorsteen kunnen in de weg staan. Of schaduw veroorzaken. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar dan moet je misschien voor micro-omvormers of power optimizers kiezen.
- Panelen mogen niet te dicht bij de rand of de nok liggen, dat kan bij storm problemen opleveren.
- Schaduw van bomen of gebouwen kan op de panelen vallen.
- De belastbaarheid van een dakkapel is vaak minder dan de rest van het dak, terwijl panelen op de dakkapel meer wind vangen en dus meer ballast nodig hebben.
Oost-westopstelling
Op een plat dak passen meer panelen als ze minder schuin liggen. Anders geeft de voorste rij panelen schaduw op de rij erachter. Dit kan ook een reden zijn om de panelen liever oost-west te leggen in plaats van op het zuiden. Dan kunnen er 2 rijen tegen elkaar aan.
Panelen die oost-west liggen brengen meer op in de ochtend en avond dan panelen op het zuiden. In de middag juist minder. De opbrengst is dan meer over de dag verspreid. Zo kun je meer direct eigen stroom verbruiken en belast je het stroomnet minder. Zeker als de salderingsregeling afgebouwd wordt, is dat ook een direct voordeel voor je portemonnee.
Legplan
Een goede leverancier of installatiebedrijf kan op 2 manieren het optimale 'legplan' bepalen.
Op afstand
Deskundige medewerkers kunnen dit van afstand doen. Ze gebruiken dan geavanceerde computerprogramma's waarin Google maps-achtige foto's van je dak zitten, maar ook schaduwsimulaties over het hele jaar.
Op locatie
Of er kan iemand langskomen. Dat is sowieso handig om te bespreken hoe de stroomkabels het beste naar de meterkast kunnen lopen. En waar de omvormer moet komen.
Een combinatie van opname op afstand en bij je thuis kan vaak ook. Dan kun je het voorstel uit de computer ter plekke met een installateur bespreken.
Warmteproductie en 'indakpanelen'
Zonnepanelen presteren slechter als ze te heet worden. Daarom moeten ze op een schuin dak enkele centimeters van het dak liggen, zodat een luchtstroom achter de panelen voor koeling zorgt.
Zogenaamde 'indak' zonnepanelen worden populairder. Deze liggen niet op, maar 'in' het dak. Een groot nadeel is dat de opbrengst van deze panelen lager ligt omdat ze hun warmte minder goed kwijt kunnen. Ze hebben wel esthetische voordelen, dat kan gunstig zijn als je het dak vervangt of bij nieuwbouw.
Vanaf 2018 zijn er woningbranden geweest door zonnepanelen. Dit was deels in nog niet opgeleverde nieuwbouwhuizen en relatief vaak ging het om een indak-systeem. De oorzaak was zeer waarschijnlijk ondeugdelijk installatiewerk met niet goed passende elektrische aansluitingen. De juiste connectoren gebruiken is altijd essentieel. Maar bij een indak-systeem kunnen fouten eerder voor brand zorgen. Want vonken/hitte komen dan niet op de dakpannen, maar in het dak terecht.
Prestaties zonnepanelen bij hoge temperaturen
Het klinkt misschien gek, maar zonnepanelen houden niet zo van warmte. Let daarom op de 'temperatuurcoëfficiënt' van de zonnepanelen als je ze koopt.
Op een hete dag zijn temperaturen op het paneel zelf van boven de 50 graden heel normaal. Het vermogen van een zonnepaneel met een temperatuurcoëfficiënt van -0,5% per graad Celsius is dan (50-25) * 0,5 = 12,5% lager dan het opgegeven vermogen. Bij een temperatuurcoëfficiënt van -0,2% per graad Celsius (dat is heel goed) is die achteruitgang maar 5%. Dat laatste zonnepaneel presteert dus beter in zomerse omstandigheden dan het eerste.
Offertes vergelijken
Staar je niet blind op de prijs, zelfs niet als je offertes hebt van meerdere aanbieders voor hetzelfde merk en type zonnepanelen met dezelfde omvormer(s). Check voor een goede vergelijking van offertes:
- Hoe ze tot het legplan gekomen zijn. Probeer na te gaan of ze met alle factoren rekening hebben gehouden. Zoals met schaduw van schoorstenen en bomen en een veilige afstand tot de dakrand. Te dicht bij de rand of de nok van het dak kan bij storm problemen opleveren.
- De aannames over de opbrengst per paneel.
- De aannames over de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs.
- De levensduur van de omvormer.
- De geboden garanties.
- Eventueel de specificaties/datasheet van de zonnepanelen. Met informatie over het maximumvermogen, de vermogensgarantie en bijvoorbeeld de 'temperatuurcoëfficiënt'.
Lees meer over de terugverdientijd van zonnepanelen.
Plaatsing omvormer, bekabeling en meterkast
Ook de omvormer presteert slechter als hij te heet wordt. Hij moet dus op een goed geventileerde plaats hangen, zodat hij zijn warmte goed kwijt kan. Een kleine afgesloten meterkast is dus niet ideaal.
Kabels
Voor de kabels van panelen naar omvormer, en van omvormer naar meterkast, zijn vaak meerdere mogelijkheden. In het algemeen geldt: hoe korter de kabels, hoe minder verliezen en hoe goedkoper de installatie. De installateur moet er ook op letten geen zogenaamde 'inductielussen' te vormen met de bekabeling op het dak.
Niet op bekabeling bezuinigen
Het is onverstandig om op dikte en lengte van de bekabeling te besparen. Installatiekosten heb je maar 1 keer, en van een goed geïnstalleerd systeem heb je decennialang plezier. De vereiste dikte van de voedingskabel tussen meterkast en omvormer is afhankelijk van het vermogen van je systeem, en dus van het aantal panelen. De installateur berekent dit.
Normen
Volgens de normen mag de ‘maximale spanningsval tussen slimme meter en omvormer niet meer dan 1% zijn’. In gewone mensentaal betekent dat dat de installateur kabels moet aanleggen die dik genoeg zijn. Koperdraad is duur en sommige installateurs lappen die normen aan hun laars. Ze proberen iets goedkoper uit te komen door dunnere kabels te leggen.
Verlies door dunne kabels
Als de installateur bezuinigt op de kabels, kunnen je zonnepanelen uitvallen. Dat zit zo: als de wisselspanning hoger wordt dan 253V moet de omvormer verplicht afschakelen. Op hele zonnige dagen kan in straten waar veel huizen zonnepanelen hebben de netspanning oplopen. Als die bijvoorbeeld 248V (volt) wordt, werken je zonnepanelen gewoon nog. Maar als de kabels naar de omvormer te dun zijn komt er nog een aantal volt bij. Dat kan net het verschil zijn tussen zonnepanelen die prima werken, en zonnepanelen die geen cent opleveren omdat de omvormer uit gaat.
Groep in de meterkast
Ook moet de elektricien waarschijnlijk een aparte groep installeren in de meterkast, om de kabel van de omvormer op aan te sluiten. Aarding van de zonnepanelen is ook belangrijk.
3-fase-aansluiting
Heb je in de meterkast een 3-fase-aansluiting? Vraag de installateur dan om de zonnepanelen aan te sluiten op de fase die overdag de laagste spanning heeft. Dat verkleint de kans op te hoge netspanning en uitvallende zonnepanelen. In de Mijn-omgeving van je netbeheerder vind je wat voor aansluiting je hebt.
Goede installateur belangrijk
Om gevaarlijke situaties en lagere opbrengsten te voorkomen moet je zonnepanelen door een vakkundig installateur laten plaatsen. Vraag bij de verkopende partij door naar de expertise en ervaring van de specifieke installateur die bij jou aan huis komt, niet alleen van het bedrijf als geheel.
InstallQ
Kies voor een installatiebedrijf dat erkend is door InstallQ. Dat is een onafhankelijke stichting die kwaliteitsregelingen voor installatiebedrijven beheert en erkenningen verleent. Via echteinstallateur.nl vind je een erkende zonnepaneleninstallateur in jouw omgeving.
Keurmerk Zonnekeur
Het keurmerk Zonnekeur geeft enig houvast bij het kiezen van een installatiebedrijf. Maar het biedt helaas onvoldoende garantie dat elke individuele installateur van dat bedrijf een deskundig en ervaren zonne-energie-installateur is. We raden daarom aan om voor een leverancier te kiezen die een lange (bijvoorbeeld 5 of 10 jaar) installatiegarantie biedt.
Check je dak
Op de website Zonatlas.nl zie je of jouw dak geschikt is voor een systeem van minimaal 5 zonnepanelen. Er zijn 3 uitkomsten:
- Zeer geschikt (groen)
- Geschikt (geel)
- Minder geschikt (rood)
Ook kun je een inschatting van aantal panelen, kosten en opbrengsten en terugverdientijd voor jouw dak bekijken.
Initiatief van gemeenten
De Zonatlas is een initiatief van Nederlandse gemeenten. De kaart combineert onder andere kadasterdata met gedetailleerde hoogtebestanden van Rijkswaterstaat. Hierdoor houdt het advies rekening met ligging en hellingshoek van je dak, maar ook met schaduw van onder andere bomen en schoorstenen.
Second opinion
Toch kan het gebeuren dat je dak rood kleurt, terwijl zonnepanelen toch best rendabel zijn. Als je vermoedt dat dit zo is - bijvoorbeeld omdat de buren ook zonnepanelen hebben - raden wij aan om advies aan een installateur te vragen voor je conclusies trekt.
Geen geschikt dak?
Heb je zelf geen geschikt dak? Ook dan zijn er mogelijkheden om van zonnepanelen te profiteren en bij te dragen aan een duurzame energievoorziening.