Belastingschijven en tarieven 2024 en 2025
Carola van Dorp Expert belastingaangifteGepubliceerd op:17 september 2024
Hoe werkt de belasting in box 1?
Het belastingstelsel kent 3 boxen met ieder eigen belastingtarieven. In box 1 betaal je belasting over bijvoorbeeld je salaris of pensioen, je winst uit onderneming en freelancewerkzaamheden. Ook je eigen woning valt hieronder.
Lees meer:
Wat valt er allemaal onder box 1?
Berekening belasting
Om de belasting te berekenen tel je al je inkomsten in het kalenderjaar bij elkaar op. Eventuele aftrekposten zoals hypotheekrente en zorgkosten mag je hiervan aftrekken. Het saldo dat overblijft is je belastbaar inkomen. Hierover betaal je vervolgens belasting.
Belastingtarieven en schijven 2024
In box 1 kennen we 2 belastingschijven met ieder een eigen belastingtarief. Je betaalt meer belasting als je inkomen hoger is.
Schijf | Belastbaar inkomen | Tarief |
1 | tot €75.518 | 36,97% |
2 | vanaf €75.518 | 49,5% |
Heb je de AOW-leeftijd bereikt? Dan zijn er 3 schijven. Dit komt omdat er in het belastingtarief een percentage voor de AOW zit. Deze hoef je niet meer te betalen als je de AOW-leeftijd bereikt hebt.
Schijf | Belastbaar inkomen | Tarief |
1 | tot €38.098* | 19,07% |
2 | vanaf €38.098* tot €75.518 | 36,97% |
3 | vanaf €75.518 | 49,5% |
*Ben je geboren voor 1 januari 1946? Dan is het belastbaar inkomen €40.021.
In het jaar dat je de AOW bereikt gelden speciale tarieven. Kijk hiervoor op de website van de Belastingdienst.
Heffingskortingen
Het belastingstelsel kent ook heffingskortingen. Een heffingskorting zorgt ervoor dat je minder belasting betaalt. Het bedrag van de korting trek je van je berekende belasting af.
Soorten heffingskortingen
Iedereen heeft in elk geval recht op de algemene heffingskorting. Maar er zijn ook specifieke kortingen. Zoals een korting als je werkt of een eigen bedrijf hebt. Een korting voor ouders die werken en een kind hebben onder de 12 jaar. En een korting voor iedereen die de AOW-leeftijd bereikt heeft.
Afhankelijk van het inkomen
De hoogte van de meeste kortingen is gekoppeld aan de hoogte van het inkomen. Hoe hoger je inkomen, hoe lager de korting. Op die manier kan het kabinet het netto inkomen van een bepaalde groep sturen. Als je aangifte doet, worden de heffingskortingen automatisch verwerkt. Dit gebeurt op basis van de antwoorden op vragen en de gegevens die invult.
Lees meer over:
Heffingskortingen als je de AOW-leeftijd bereikt hebt
Wijzigingen 2025 Prinsjesdag
Met Prinsjesdag is bekendgemaakt dat er een extra schijf bij komt. De schijven en tarieven zien er voor 2025 als volgt uit:
Schijf | Belastbaar inkomen | Tarief |
1 | tot €38.441 | 35,82% |
2 | vanaf €38.441 tot €76.817 | 37,48% |
3 | vanaf €76.817 | 49,5% |
Helaas betekent dit niet dat de lage inkomens nu minder belasting gaan betalen. De algemene heffingskorting wordt voor dit inkomen ook verlaagd. Hierdoor hou je ongeveer hetzelfde over van je salaris als nu.
Voor AOW-gerechtigden zien de schijven en tarieven er als volgt uit:
Schijf | Belastbaar inkomen | Tarief |
1 | tot €38.441* | 17,92% |
2 | vanaf €38.441* tot €76.817 | 37,48% |
3 | vanaf €76.817 | 49,5% |
*Ben je geboren voor 1 januari 1946? Dan is het belastbaar inkomen €40.502.
Let op
De veranderingen van 2025 zijn nog niet definitief. De Eerste en de Tweede Kamer moeten de plannen nog goedkeuren. De verwachting is dat de plannen in december 2024 goedgekeurd zijn.
Verschil loonbelasting en inkomstenbelasting
De loonbelasting en inkomstenbelasting gaan beide uit van dezelfde belastingschijven en tarieven. Daarom mag je de ingehouden loonbelasting afhalen van de berekende belasting in je aangifte inkomstenbelasting.
Maar er zijn ook verschillen. Zo loopt de loonbelasting via je werkgever. Deze houdt de belasting in op je salaris. Deze werkgever kent ook alleen het inkomen dat je bij de werkgever verdient. Als je nog andere inkomsten of aftrekposten hebt, is de berekening van je inkomstenbelasting anders. En kan het zijn dat je achteraf bij je aangifte inkomstenbelasting terugkrijgt of bij moet betalen.
Heffingsmoment
Wat ook verschilt het moment van heffen. Bij de inkomstenbelasting tel je alle inkomsten na afloop van het jaar op. Daarover bereken je de belasting achteraf over het hele jaar. Bij de loonbelasting gaat de heffing per maand. De belasting wordt berekend over die ene maand. De belastingtarieven zijn daarom omgerekend van jaar naar maand. En ook de heffingskortingen tellen iedere maand voor één 12e deel mee. Door deze manier van berekenen heb je soms over het hele jaar te veel of te weinig belasting betaald. Dit zie je dan bij de aangifte inkomstenbelasting.
Niet het hele jaar gewerkt
Bijvoorbeeld omdat je niet het hele jaar gewerkt hebt. Stel je werkt in een jaar 8 maanden en je hebt in de andere 4 maanden geen inkomen. Bij de salarisberekening is iedere maand één 12e deel arbeidskorting verrekend. Je hebt dan via je salaris 8/12de deel van de heffingskortings gekregen. Die andere 4 maanden kreeg je niets. Maar je hebt uiteindelijk recht op 12 maanden arbeidskorting. Hierdoor ben je 4 maanden ‘misgelopen’. In je belastingaangifte houdt de Belastingdienst alsnog rekening met de 12 maanden.