Hoe werkt de vermogensbelasting?
Carola van Dorp Expert belastingaangifteBijgewerkt op:17 september 2024
De vermogensrendementsheffing is de officiële benaming voor de belasting over je vermogen. De Belastingdienst verwacht dat je met dit vermogen (spaargeld en beleggingen) een bepaald rendement haalt. Over dit (veronderstelde) rendement heft de Belastingdienst in 2024 36% (2023: 32%) belasting.
Veranderingen in belasting op vermogen
De manier waarop de Belastingdienst de belasting over je vermogen berekent verandert steeds. Op deze pagina vertellen we je alles over de overgangswetgeving die vanaf 2023 geldt, maar ook in 2021 en 2022 al gebruikt werd. Deze wetgeving geldt in elk geval tot 1 januari 2027. Maar deze wetgeving vindt de rechter oneerlijk. Hoe dit zit en hoe het verder gaat, lees je in het artikel: 'Rechtszaak box 3'.
Wil je meer weten over de rekenmethode die van 2017 tot en met 2022 van toepassing was? In het artikel ‘Vermogensbelasting 2022 en eerder’ vind je meer informatie.
Inmiddels is er ook een voorstel uitgewerkt voor de belasting na 2027. Het nieuwe kabinet moet hier nog mee aan de slag. Dus de plannen kunnen nog veranderen. Meer informatie over deze toekomstplannen vind je in het artikel ‘Toekomst vermogensbelasting’.
Wat valt er onder vermogen?
Onder vermogen vallen alle bezittingen en schulden die je hebt. Denk hierbij aan:
- Betaal- en spaarrekeningen.
- Contant geld.
- Effecten, zoals aandelen, obligaties en crypto’s.
- Vakantiewoning, een pand dat je verhuurt of ander onroerend goed.
- Vorderingen, geld dat je hebt uitgeleend aan iemand.
- Je aandeel in het vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE).
- Schulden, geld dat je van iemand hebt geleend of facturen die je nog moet betalen.
- Saldo van je creditcard.
- (Persoonlijke) leningen.
Het huis waarin je woont en roerende goederen zoals je auto, kunst, caravan of inboedel vallen niet onder het begrip vermogen. Ook schulden of vorderingen van de inkomstenbelasting op de Belastingdienst mag je niet meetellen.
Peildatum
De Belastingdienst werkt met de peildatum 1 januari. Het vermogen dat je op 1 januari bezit telt mee voor de berekening. Krijg je net in december een groot bedrag gestort? Dan kan het zijn dat je daardoor (meer) belasting betaalt. Zelfs als je dit bedrag op 3 januari weer uitgeeft. Voor de aangifte over 2024, die je in 2025 doet, ga je uit van de waarde op 1 januari 2024.
Belastingvrij sparen 2024
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Grens vermogensbelasting 2024
Gelukkig hoef je niet gelijk belasting te betalen als je meer bezittingen dan schulden hebt. Er is namelijk nog een vrijstelling. Dit heet het heffingvrije vermogen. Voor 2024 is de vrijstelling €57.000 (voor fiscale partners het dubbele, €114.000). Spaar je groen en/of beleg je groen? Dan is dat bedrag voor maximaal €71.251 vrijgesteld. Heb je een partner? Dan mag je de vrijstelling verdubbelen. Maar deze vrijstelling wordt waarschijnlijk in 2025 verlaagd naar €30.000 per persoon.
Schuldendrempel in 2024
Je schulden mag je niet helemaal meetellen. Er geldt voor 2024 namelijk een schuldendrempel van €3700. Heb je een fiscale partner? Dan is de drempel €7400. Wat overblijft is de schuld die meetelt voor box 3.
Veranderingen Prinsjesdag 2025
Met Prinsjesdag is aangekondigd dat de vrijstelling voor 2025 €57.684 per persoon (voor partners €115.368) wordt. De schuldendrempel blijft gelijk, namelijk €3700 per persoon. De vrijstelling voor groene spaar- of beleggingsfondsen is €30.000 per persoon (voor partners €60.000). Dit is een forse verlaging. Het tarief blijft op 36%.
De genoemde bedragen zijn nog niet definitief. Dit is pas als de Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met de voorstellen. Dit is meestal in december.
Rendementsgrondslag en belasting berekenen 2024
Sinds de belastingaangifte 2023 geldt de overbruggingswetgeving. De Belastingdienst gaat uit van de werkelijke verdeling van je vermogen en daarover berekenen ze een fictief rendement. Je vermogen wordt verdeeld in 3 groepen. Spaargeld, overige bezittingen en schulden. Onder overige bezittingen vallen alle bezittingen behalve het spaargeld. Onder spaargeld valt ook contant geld en je aandeel in het eigen vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE).
Fictief rendement
Voor elk van deze groepen is een eigen fictief rendement bepaald. Dit is anders dan in de oude heffing. De percentages zijn:
Categorie vermogen | Fictief rendement 2023 | Fictief rendement 2024 |
Spaargeld | 0,92% | 1,03%* |
Overige bezittingen | 6,17% | 6,04% |
Schulden (na drempel) | 2,46% | 2,47% |
* De percentages voor spaargeld en schulden over 2024 zijn voorlopig. Deze worden pas rond februari 2025 definitief vastgesteld.
We leggen de berekening van de vermogensbelasting uit met een voorbeeld. We lichten dit voorbeeld daarna verder toe.
- In de nieuwe methode vermenigvuldig je eerst de waarde per groep met het percentage. De uitkomst van de eerste 2 groepen tel je bij elkaar op. De uitkomst van de schulden mag je eraf halen. Dit is het berekende fictieve rendement.
- Vervolgens neem je het totale vermogen (bezittingen verminderd met de schulden na de drempel) en haal je de vrijstelling er van af. Dit is de grondslag sparen en beleggen, ook wel rendementsgrondslag genoemd.
- Als je samen aangifte doet, mag je het vermogen verdelen. Alle verdelingen zijn toegestaan, zolang je samen maar 100% aangeeft.
- Deel daarna de grondslag sparen en beleggen van ieder door het totale vermogen. Dit is jouw aandeel in het vermogen dat belast wordt. En wordt uitgedrukt in een percentage.
- Vermenigvuldig het berekende fictieve rendement van stap 1 met het aandeelpercentage uit stap 4. Zo bereken je het voordeel sparen en beleggen. Over dit voordeel betaal je 32% (2024 36%) belasting.
Voorlopige aanslag onzeker
In de voorlopige aanslag werkt de Belastingdienst met een schatting van het rendement van spaargeld en schulden. Pas na het kalenderjaar wordt deze definitief. Hierdoor kan het zijn dat je in je definitieve aangifte te veel of te weinig betaald hebt. De rente over je spaargeld is in 2023 harder gestegen dan verwacht. Hierdoor moesten veel belastingplichtigen bijbetalen in de aangifte.
Anti-misbruikbepaling
In de wet staat een bepaling om misbruik te voorkomen. De zogeheten 'peildatumarbitrage'. Door bijvoorbeeld (een deel van je) beleggingen eind december te verkopen en begin januari weer te kopen, bespaar je belasting. De vermogensbelasting wordt dan berekend tegen het spaartarief. Dit gedrag vindt de overheid onwenselijk. Daarom is er een anti-misbruik bepaling.
Tussen het moment van verkoop van de beleggingen en het moment van aankoop moet minimaal 3 maanden zitten. Dit hoeft alleen als 1 januari binnen die periode valt. Bij minder dan 3 maanden verschil ziet de Belastingdienst de opbrengst van je aandelen op je spaarrekening toch als beleggingen. En betaal je het hoge tarief. Tenzij je kunt aantonen dat het gaat om zakelijk handelen.
Dit geldt ook voor het tijdelijk aangaan van meer schulden rondom 1 januari.
In de aangifte 2023 werd hier niets mee gedaan. De verwachting is dat je in 2024 meer gegevens moet invullen, zodat de Belastingdienst dit kan controleren. We houden het in de gaten.
Lees meer over:
Omzeilen van de peildatum in box 3
Rechtszaak box 3, werkelijk rendement
De hoogste rechter van ons land, de Hoge Raad, heeft op 6 juni 2024 uitspraak gedaan. De rechter vindt de belastingregels die hiervoor uitgelegd staan oneerlijk. De Belastingdienst mag niet uitgaan van het bedachte rendement, maar mag alleen belasting berekenen over je werkelijke rendement.
Kiezen uit 2 systemen
Dat betekent dat over de jaren 2022 en 2023 de belasting herrekend wordt. Maar je moet dit wel zelf aangeven en bewijzen hoeveel je werkelijke rendement was. Voor 2024, 2025 en 2026 gaan er 2 systemen gelden. De berekening zoals hiervoor beschreven en het werkelijke rendement. Je mag gaan kiezen.
Het is nu wachten op de Belastingdienst. Zij zullen met meer informatie komen voor wie deze uitspraak geldt. En wat er onder het werkelijke rendement valt. En ook wat je moet doen om je werkelijke rendement door te geven. Het duurt nog wel even. Waarschijnlijk komt hiervoor in 2025 een apart formulier.
Lees meer over de rechtszaak:
- Box 3; de rechtszaak, waar gaat het over?
- Veelgestelde vragen over het werkelijk rendement.
- Uitgebreide toelichting in de digitale Geldgids en voorbeeld van de nieuwe berekening.
- Persbericht van de Hoge Raad
Moet ik bezwaar maken 2023?
Het is alleen mogelijk om bezwaar te maken tegen een definitieve aanslag. Sinds 1 mei 2024 verstuurt de Belastingdienst de definitieve aanslagen 2023. Heb je meer dan alleen bank- en spaartegoeden? Dan krijg je alleen een voorlopige aanslag en geen definitieve aanslag. De Belastingdienst verstuurt deze pas als de uitspraak van de Hoge Raad verwerkt is. En je de kans hebt gekregen om je werkelijke rendement toe te sturen. Zie hiervoor.
Spaarders krijgen dus wel een definitieve aanslag. Maar de uitspraak van de rechter geldt ook voor spaarders. Als spaarder betaal je in 2023 over een fictief rendement van 0,92% belasting, maar het werkelijke rendement over 2023 kan lager zijn. Is dit bij jou het geval? Maak dan bezwaar tegen je aanslag. Twijfel je? Dan kun je altijd voor de zekerheid bezwaar maken. Of kijk bij de veelgestelde vragen hierover.
Of het nodig is om bezwaar te maken hangt af van je persoonlijke omstandigheden. Hierdoor kan de Consumentenbond alleen een algemeen advies geven om wel of geen bezwaar te maken. We kunnen niet helpen om te bepalen of jouw situatie hieronder valt. Wil je hulp of advies? Bezoek dan een belastingadviseur.
Tip: Als je samen aangifte doet, moet je wel allebei een bezwaar indienen. Het zijn voor de Belastingdienst namelijk 2 verschillende belastingnummers.
Voorlopige aanslag
Tegen een voorlopige aanslag kun je geen bezwaar maken. Je kunt alleen online je voorlopige aanslag aanpassen.
Standpunt Consumentenbond box 3
Al eerder deed een rechter uitspraak over de belasting in box 3. Dit ging over de jaren 2017 tot en met 2020. Er volgde compensatie voor iedereen die bezwaar maakte voor 24 december 2021. Je hebt geen recht op compensatie over de jaren 2017 tot en met 2020 als je geen bezwaar hebt gemaakt tegen de aanslag. Dit werd met Prinsjesdag 2022 bekend gemaakt. Hier zijn wij het niet mee eens en daarom zijn we een claim gestart.
Op dit moment richt onze claim zich op rechtsherstel voor de gedupeerden die over de periode 2017-2020 geen bezwaar hebben gemaakt. We zijn hiervoor een aantal rechtszaken gestart. Met als doel om alsnog compensatie te krijgen voor deze groep. Er is nog geen uitspraak in deze zaak.
Wil je op de hoogte blijven van de vorderingen? Meld je dan vrijblijvend aan.